Heilzame verwerking van het slavernijverleden
24 april 2023

Zaterdag 25 maart is een aanzienlijke groep gemeenteleden op bezoek gegaan bij de Evangelische Broedergemeente. Daar was op dat moment de rondreizende tentoonstelling Heilzame verwerking van het slavernijverleden. De helft van de aanwezigen bekeek de tentoonstelling, de andere helft ging in groepen met elkaar in gesprek. Na een uur wisselden de groepen. Het was spannend om met elkaar in gesprek te gaan over de zo beladen geschiedenis van het slavernijverleden. Tegelijk merkten we aan de bijzonder gastvrije ontvangst dat de EBG-leden het waardeerden dat onze gemeenteleden zich wilden verdiepen in de tentoonstelling en in gesprek wilden gaan.

In de tentoonstelling werd de geschiedenis van slavernij in Suriname en hoe de Evangelische Broedergemeente daarmee omgegaan was getoond met allerlei afbeeldingen en voorwerpen. In het oog sprong een afbeelding van het schilderij ‘De Eerstelingen’, geschilderd door Johann Valentin Haidt, in opdracht van Nikolaus Ludwig von Zinzendorf, de geestelijk leidsman van de Hernhutters/Evangelische Broedergemeente in 1747. Hij maakte een serie schilderijen waarop mensen zijn afgebeeld die door de zendelingen van de Broedergemeente tot het geloof in Jezus Christus zijn gebracht, en die als christenen gestorven waren. Zij waren dus de ‘eerste vruchten uit de volken’ op de Godsakker, zoals de begraafplaats van de Broedergemeente genoemd wordt. Dit schilderij hing eerst in de conferentiezaal van het dorp Herrnhaag (nabij Frankfurt am Main), dat een periode lang het centrum van de Broedergemeente was. Nu hangt dit schilderij ‘De Eerstelingen’ in de oudste monumentale vestiging van de Broedergemeente in Nederland, in Zeist.

In het schilderij is de aardse en de hemelse gemeente verenigd  rond Jezus Christus, de gekruisigde en Opgestane Heer. Alle afgebeelde kort daarvoor overleden mensen en kinderen zijn bekend bij hun naam, woonplaats en datum van overlijden: De Georgiër Thomas, de Inuit Samuel, Catharina uit de Maagdeneilanden, de Mohikaanse Ruth, Josua uit Congo, enzovoort. Het schilderij laat heel veel zien: de gedrevenheid en de inspanning om mensen vanuit allerlei talen en culturen tot Jezus Christus te brengen. De mensen om Jezus heen zijn in gelijkwaardigheid naast elkaar en met elkaar afgebeeld. De kinderen die zijn afgebeeld laten zien dat zij meetelden, de Broedergemeente vond onderwijs voor alle kinderen van het grootste belang. Verkondiging van het woord en verbetering van sociale omstandigheden gingen hand in hand. Tegelijk was het níet zo, dat de zendelingen van de Broedergemeente in opstand kwamen tegen slavernij. De ziel van ieder mens moest worden bevrijd, de mens zelf niet. Het schilderij laat zien dat sommige afgebeelde mensen geen schoenen dragen (dat was verboden voor tot slaafgemaakten). Eén van hen draagt een ‘slavenarmband’. Je kunt het schilderij ook wel zien als een soort ‘advertentie’ voor de Broedergemeente: kijk eens hoeveel mensen uit alle windstreken zich aangesloten hebben. Als mensen gedoopt werden, kregen zij Europese namen, en wie een positie kreeg in de Broedergemeente, liet dat zien door bepaalde, Europese, kleding te dragen. Liederen werden vertaald in vele talen. De melodieën waren ook wel weer Europees.

Op het schilderij staat één man uit Suriname, Francesco (rechts van de Christusfiguur, achter de man in het blauw), van inheemse afkomst. De eerste dopen van Afrikaanse Surinamers vonden pas 30 jaar ná het schilderen van De Eerstelingen, vanaf 1776 plaats. Deze tot slaafgemaakten vinden we niet terug op het schilderij. Door de tijd heen is de Evangelische Broedergemeente zichzelf vragen gaan stellen: dit ons zo vertrouwde en geliefde schilderij, hoe zien wij dit? Wat wilde het zeggen? Wat laat het zien over onze omgang met slavernij? ‘De Eerstelingen’ is tot een gespreksgenoot geworden in de bewuste omgang met het slavernijverleden.

Bij onze middag en ons gesprek bij de zusters en broeders van de Broedergemeente was het bijzonder om daar in de gesprekken te horen hoe de leden van de Broedergemeente de tentoonstelling ervaarden. Sommigen waren al langer actief op zoek naar de doorwerking van het slavernijverleden. Anderen waren nog maar sinds kort daar mee bezig. In de gesprekken werd ook benoemd hoe het slavernijverleden doorwerkte in de geloofsbeleving in de Broedergemeente en in Surinaamse omgangsvormen. In het groepje waarmee ik in gesprek was, vertelde een deelneemster het volgende dat mij zeer trof: ‘Als we in de Broedergemeente het Avondmaal vieren, dan  is het voor veel mensen nog altijd de gewoonte om bij het ontvangen van het brood een kleine buiging te maken. Dat is uit respect voor het Avondmaal – maar het is nog altijd dezelfde buiging als die we voor de slavenmeesters moesten maken. Als ik mensen dat zie doen, dan vind ik dat vreselijk.’

We maken ons op voor een bijzondere viering van Keti Koti, 1 juli: 150 jaar afschaffing staatstoezicht, 160 jaar afschaffing slavernij. Het gesprek dat wij mochten voeren met de zusters en broeders van de Evangelische Broedergemeente was bijzonder, aangrijpend, confronterend en ook verbindend. We zijn dankbaar dat dat kon, en we kijken uit naar de viering op zaterdag 1 juli om 10.30 uur in de Laurenskerk.

 ds Ilse Hogeweg


Klik op het plaatje met uitleg hierboven en u krijgt het vergroot in beeld.

Hier klikt u om een paar foto’s te kunnen bekijken die gemaakt zijn bij ons bezoek aan de reizende tentoonstelling. Ze zijn alleen zichtbaar voor ingelogde site-bezoekers.