Pinksteren: we zullen opnieuw horen en vieren, hoe in alle talen werd verstaan, wat de leerlingen, de vrouwen en Maria verkondigden, die de Heilige Geest hadden ontvangen.
Van de dichter en predikant Jaap Zijlstra (1933-2015) zijn twee Pinksterliederen in het Liedboek opgenomen. We staan stil bij het meest sprekende lied 690: Taal op de tong. In het eerste couplet speelt Jaap Zijlstra met spreekwoorden:
Taal op de tong,
een loflied op de lippen,
prijs ik de dag,
voordat het avond is.
Taal op de tong? Wij hebben het hart op de tong (of niet). Een mooie nieuwe uitdrukking van Jaap Zijlstra voor het spreken en verstaan, voor de nieuwe taal van Pinkstermorgen. In het Grieks is het woord voor ‘taal’ en ‘tong’ hetzelfde woord: glossa. In het zo korte eerste couplet draait Jaap Zijlstra vervolgens nog een ander spreekwoord om: het bekende spreekwoord ‘Prijs de dag niet voordat het avond is’.
Juich niet te vroeg, je moet wachten om te kunnen beoordelen of iets daadwerkelijk een succes is of niet. Herman van Veen heeft van dit voorzichtige/pessimistische spreekwoord nog een grappig liedje gemaakt, met dezelfde titel. Jaap Zijlstra draait dit om: Ik prijs de dag voordat het avond is. Dat is de houding en de kracht van gelovige mensen: wij prijzen de dag, omdat deze ons gegeven is. We prijzen de dag, zonder dat we weten of die dag een ‘succes’ wordt of niet. Want God is bij ons, en gaat met ons mee, door onze succesvolle dagen, en door onze dagen van mislukken. Daarom prijzen wij de dag, hoe die ook zal gaan, voordat het avond is.
In dit pinksterlied ‘Taal op de tong’ is tegelijk Pasen zichtbaar aanwezig (‘verrijzenis’, ‘een licht dat de duisternis te boven gaat’, ‘een nieuwe dag begint’). Jaap Zijlstra heeft zelf gezegd over dit lied: ‘Het gaat op Pinksteren om Pasen.’ Op Pinksteren werd het bericht van de opgestane Jezus verstaan, het raakte harten en zette mensen in beweging. De uitdrukking ‘nacht en nevel’ in het derde couplet is opvallend. De Nazi’s gebruikten deze verhullende term voor het elimineren van verzetslieden. Zij werden in stilte weggevoerd naar enkele concentratiekampen. Daar mochten zij geen enkel contact met de buitenwereld hebben; ze moesten in stilte, in nacht en nevel (‘Nacht und Nebel’) van de aardbodem verdwijnen. De opgaande zon verdrijft hier de nacht en de nevel, het licht van Christus overwint dus zelfs het diepste duister.
In het laatste couplet brengt Jaap Zijlstra het Pinksterwonder in zichzelf en in onszelf:
Ik loof het vuur
dat neerdaalt uit de hoogte
en ook in mij
een nieuwe dag begint.
Het vuur van Pinksteren maakt duidelijk dat ook ik mag delen in de opstanding van Christus. Het gebeurt in mij, het kan niet zonder mij, het beweegt in mij: het nieuwe leven in Christus, tegen alle negativiteit en donkerte in.
Laten we de komende weken dit prachtige lied zingen, in dankbare herinnering aan Jaap Zijlstra. Jaap Zijlstra was homoseksueel, hij heeft in zijn jeugd en jonge volwassenheid zeer geleden in het moeten zwijgen en ontkennen. Op latere leeftijd studeerde hij theologie en werd hij predikant. In 1983 kwam hij tijdens een overvolle kerkdienst in Ermelo op Pinksteren(!) in een preek over Hooglied uit de kast. Daarop ontmoette hij waardering en erkenning. Veel mensen die het moeilijk hadden met lhbt-thema’s werden naar hem verwezen. Kort na zijn coming out werd hij benoemd als evangelisatiepredikant in Amsterdam met als nadrukkelijke opdracht: pastoraat onder lhbt-ers. In die jaren, waarin de aids-epidemie veel slachtoffers maakte, was hij hard nodig. Het duurde destijds nog wel enkele jaren voordat uitgeverij Kok Kampen daarna zijn dichtbundels als christelijke homodichter durfde uit te geven. Gelukkig doet Kok Kampen dat nu wél (lhbt+-titels) en met overtuiging.
Zijn leven lang heeft Jaap Zijlstra ervoor gekozen om zonder partner en zonder intimiteit door het leven te gaan, om ‘aanvaardbaar’ te zijn. Op zijn omgeving maakte hij de indruk ‘eenzaam, maar niet ongelukkig’ te zijn. Mij treft zijn levenskeuze zeer, samen met het feit dat de kerkelijke omgeving zo lang, en nog, niet vrij en veilig is om te kunnen leven met wie je liefhebt. Laten we zijn pinksterlied zingen, in dankbare gedachtenis voor wat hij in taal en meeleven gegeven heeft, en met hem de dag prijzen voordat het avond is.
ds Ilse Hogeweg