Veertig dagen: stilte en strijd
6 maart 2025

Een ontroerend verhaal is het. Elia kan niet meer. De profeet die Gods Naam heeft geprobeerd hoog te houden, in een tijd waarin het van kwaad tot erger gaat, is op. En bang. Hij trekt de woestijn in en gaat onder een bremstruik zitten, verlangend naar de dood. Dan wordt hij aangeraakt door een engel, en gesterkt door brood en water. Om veertig dagen en veertig nachten door de woestijn te trekken tot de berg van God. Daar zal hij Gods stem horen in het gefluister van een zachte bries.

Er zijn meerdere Bijbelverhalen waarin het getal veertig een veelbetekende rol speelt. Dit is er één van. Ik probeer me te verplaatsen in Elia. Hij komt dichtbij in deze tijd. Want je kunt er best moedeloos van worden dat het recht op zoveel plaatsen grof geschonden wordt, en dat mensen die daar aandacht voor vragen niet worden gehoord. Of zelfs worden bedreigd. Dan is een ‘lege ruimte’ een aantrekkelijke plek om je terug te trekken en nergens aan te denken. Alleen met jezelf te zijn. En met God.
Is dat wat de veertigdagentijd ons te bieden heeft? Een bezinningsperiode waarin we even uit de actualiteit stappen, om door God gevoed te worden? Zeven weken van stilte en inkeer die een weldaad zijn in een harder wordende wereld? Om daarna Pasen te vieren? Wat hebben we dat nodig! Maar deze periode kan daar niet toe beperkt worden. Want de woestijn is niet alleen een plek waar de stilte een mens doet opademen. Het is ook de plek waar je bij uitstek met tegenkrachten geconfronteerd wordt.
Dat laat een ander Bijbelverhaal zien waarin iemand veertig dagen en nachten in de woestijn doorbrengt. Jezus, vlak na Zijn doop. Voor Hem is het een plaats waar Hij zwaar op de proef wordt gesteld. Bevraagd door de personificatie van het Kwaad. De woestijn is in het evangelie de plek waar alles op scherp komt te staan. Welke keuzes maak je als mens wanneer het erop aankomt? Over het aanwenden van macht gaat het in Zijn veertigdagentijd. Over het gebruiken van je positie. Over het redden van je eigen hachje. Bezinning is dan: bij jezelf te rade gaan hoe je trouw blijft aan de mens die je wilt zijn. En onderzoeken hoe God daarin meespreekt.

De beproevingen die Jezus ondergaat zijn als een commentaar in iedere periode van de wereldgeschiedenis. Ook in de onze. Is het zaak vooral je eigen honger te stillen? En je niets aan te trekken van de honger die anderen lijden? Ben je erop uit alleen zelf gered te worden? Jezus kan zijn macht vestigen door zich met het Kwaad te verbinden. Maar wat voor macht is dat? Ik moet denken aan hulp die alleen nog gegeven wordt als het in ons eigen belang is. Aan het sluiten van onze grenzen omdat we het anders zelf niet denken te redden. Aan het uitoefenen van macht die ten koste gaat van slachtoffers, omdat zij nou eenmaal de slechtste kaarten hebben.
Soms komen al die ontwikkelingen zo op je af dat je je er het liefste voor af wilt sluiten. Ergens onder een boom zou willen gaan zitten om alleen te zijn met jezelf. Om daar Gods aanwezigheid te voelen, troostend en helend als een streling van de wind. Die aanwezigheid zoeken wij, in deze veertig dagen voor Pasen. Door stil te worden, te bidden, te zingen. Net wat ingetogener dan anders. En tegelijk gaan we de confrontatie met wat onmenselijk is niet uit de weg. Vanuit de bemoediging dat de Eeuwige ons niet aan ons lot overlaat blijven we ons actief met Hem verbinden. Zoals Jezus daarin voor is gegaan. Blijven we zoeken naar menselijkheid die recht doet aan onszelf én aan de ander. In het geloof dat het licht sterker is dan het donker, dat Gods Liefde overwint. En we daar iedere dag opnieuw voor mogen kiezen.

ds Marianne Bogaard

Lees voor Elia 1 Koningen 19
Lees voor de beproeving van Jezus Matteüs 4 en Lucas 4