Waar heb jij talent voor?

Dít was het thema van de tienerdienst op zondagochtend 19 februari in de Hoflaankerk, waarin dominee Marianne Bogaard voorging. De dienst was voorbereid met een flink aantal tieners en stond dan ook in het teken van toepasselijke muziek van o.a. Sia, 3 JS, Aretha Franklin en Miss Montreal. Voor de ‘thuiskijkers’ werden de YouTube liederen om auteursrechtelijke redenen zonder geluid gestreamd. (Maar wie dat wil kan hier wel het hele bestand met geluid downloaden.)

Tijdens de dienst vroeg dominee Marianne Bogaard eerst aan de jonge kinderen waar zij talent voor hebben. Dit varieerde van skiën en voetballen tot tekenen.

De teksten over talent krijgen, wat je ermee doet en hoe zich dit verhoudt tot het geloof, werden achtereenvolgens voorgelezen door Floris, Lievelot en Dominique. Ds. Marianne verwoordde wat specifieker hoe om te gaan met je talenten en noemde daarbij terloops de talenten van de tieners. Ook hier een gevarieerd scala van muzikaal, cultureel, sportief, sociaal tot logistiek.

In het kader van You’ve got talent ging een aantal tieners op pad om gemeenteleden te bezoeken voor een interview, waarin zij naar hun talenten vroegen. Zo zagen we Lente, Lievelot en Rachel bij Marga van boekhandel Amesz, Quinten bij Corry in haar dierenwinkel, Pepijn en Coen bij onderwijzeres Carla en Luigi en Floris gingen in gesprek met dominee Laurens Korevaar. Het werden interessante en leuke ontmoetingen.

Na de dienst werd bij het koffiedrinken nog even nagepraat en ook al was het niet ieders genre, men vond de opzet en uitvoering geslaagd. Tevens werd het belang om binnen onze gemeente aandacht te besteden aan alle doelgroepen nog eens benadrukt.

Slotconclusie: Prima, zo’n speciale tienerdienst.

Thea van Santen – Kloosterman

Vrijdagkerk Rubroek

Verzorgingshuis Rubroek aan de Crooswijksekade. Ik ben tientallen keren over de Goudse Rijweg gefietst, vlak langs de achtergevel, zonder ooit in de gaten te hebben gehad dat daar een verzorgingshuis staat. Het is één van de huizen waar Diederick Lanzing werkt als geestelijk verzorger. Hij is lid van onze gemeente en bij ons in Protestants Kralingen bevestigd als ouderling met een bijzondere opdracht. En omdat hij in zekere zin mede vanuit onze gemeente in Rubroek werkt, is het niet meer dan logisch dat — indien gevraagd — vanuit onze kerkenraad hulp wordt geboden bij zijn vieringen in het verzorgingshuis.

De eerste vrijdag van februari was er een viering van Woord en Tafel, Avondmaal. Diederick had onze diaconie gevraagd om iemand naar deze viering af te vaardigen. En zo kwam ik voor het eerst bij Rubroek binnen. Anders dan Pniël. Groter, denk ik. Gangen die mij een beetje gedesoriënteerd maakten. Waarom niet iedere gang een beetje anders ingericht, zodat je makkelijker weet waar je bent in het gebouw?

Maar voor mij geen risico om te verdwalen. Diederick haalde mij op bij de receptie en hoefde hem alleen maar te volgen. Het eerste wat er moest gebeuren: de kerkgangers ophalen van hun kamer, sommigen van de gesloten afdeling. Een klus voor Diederick, vrijwilligster Asa en mij. Er was een lijst met aangemelde kerkgangers, ik denk zo’n 13 mensen. Een enkeling kwam toch niet: had bezoek of bij nader inzien toch niet zo’n zin. In de huiskamer waar de viering was, stonden maar heel weinig stoelen. Logisch, ontdekte ik al snel, bijna iedereen kwam in een rolstoel. Geen stoel nodig. Twee of drie mensen met een rollator. Niemand liep helemaal op eigen kracht.

We zaten in een kring die de hele huiskamer vulde. Ik mocht mezelf voorstellen. Diaken van Protestants Kralingen. “Is dat hoog?” vroeg iemand. Ik legde uit waarom juist uit Protestants Kralingen een diaken naar deze Avondmaalsviering in Rubroek kwam. Eén mevrouw kende Kralingen wel, ze had in de Adamshofstraat gewoond. Een Surinaamse mevrouw vertelde dat zij vroeger had gekerkt in de Avenue Concordia. Dat moest de kerk van de Evangelische Broedergemeente zijn. Ik hoorde dat ze niet lang geleden 100 jaar was geworden. De dominee van de Broedergemeente was bij haar geweest voor een kleine viering. Ze wist niet meer hoe hij heette, maar kon nog wel duidelijk beschrijven hoe hij eruit zag.

Diederick begon de viering. Een orde van dienst voorzien van nummers, om makkelijker te kunnen bijhouden waar we waren. Gebeden kort en krachtig. Liederen uit het Liedboek waar wij in onze kerk ook uit zingen, met keyboard begeleiding. De evangelielezing uit Matteüs 5. Jullie zijn het zout der aarde. Jullie zijn het licht voor de wereld. Jullie licht moet schijnen! Daarna de overweging: hoe kan jouw licht schijnen, ook al zit je in een verzorgingshuis en kan je misschien bijna helemaal niets meer? Je kunt altijd nog glimlachen naar iemand en zo diens dag mooier maken. Zo is er altijd nog iets dat je kunt doen.

En dan de Viering van de Tafel. Het gezamenlijke Onze Vader maakte indruk op mij. Al die verschillende nog verrassend krachtige oude stemmen. Daarna de rondgang met casinobrood en  druivensap dat ik had meegebracht uit Kralingen. Ik weet zeker dat sommigen het jammer vonden dat er geen wijn was. Diederick deelde het brood uit, ging de kring rond, ik kwam achter hem aan met de schaal. Daarna mocht ik de bekertjes met druivensap ronddelen en volgde Diederick mij. Niet iedereen kon even makkelijk een bekertje leegdrinken. Asa moest heel voorzichtig een paar mensen daarmee helpen. Onderwijl een paar keer onze handen wassen en ontsmetten, want ja, de mensen zijn heel kwetsbaar.

Zo gingen we naar het einde van de viering. Slotlied: Ga met God en Hij zal met je zijn. En de zegen, voor ieder van ons.

Het wegbrengen van de mensen gaat sneller dan het ophalen. Ik zag een paar kamers. Toch wel gezellig ingericht met de spullen die uit de vorige woning mee konden komen.

Nog één ding te doen: de communie te brengen bij een man ‘die slecht lag’ zoals dat heet. Benauwd en met een rochelende hoest. Maar tóch: communie. “Morgen ben ik er niet”, zei Diederick tegen hem. “Maar maandag kom ik bij je langs”.

Het was wel speciaal, dit Avondmaal in Rubroek. Ik zal er nog wel een paar keer komen.

Leonard de Vos

N.B. De mevrouw uit de Adamshofstraat. Ik had haar niet herkend (en zij mij ook niet). Maar ze is lid van onze gemeente. Aan Henk van Drunen, die haar bezocht, vertelde ze vorige week dat er een mooie avondmaalsdienst was geweest, met een diaken uit Kralingen.
Ik noem haar naam niet op dit open gedeelte van de website. Maar velen van u kunnen haar naam wel raden: ze bezocht de diensten in Pro Rege, was er ook vaak bij met het Samen Eten, en ze woonde helemaal aan het begin van de Adamshofstraat, heel dicht bij Pro Rege.

Maaltijd van de Heer; met de kinderen

Hoe fijn dat we, na alle coronaperikelen, op zondag 5 februari weer met heel veel  kinderen de Maaltijd van de Heer mochten vieren. Ds. Ilse Hogeweg ging voor met als thema ‘Denk aan mij.’ De kinderen werden nadrukkelijk betrokken bij deze dienst. Zo heette Ezra Hillebrand de gemeente welkom en werd de geloofsbelijdenis door Aïsha van der Wilt voorgelezen. Een aantal keer riep ds. Ilse de kinderen bij zich om met hen in gesprek te gaan en uitleg te geven over de Maaltijd van de Heer.

Na de toelichting op de collecte ‘Laat jongeren aan hun toekomst bouwen’  door Jan Willem Bakker vroeg ds. Ilse aan de kinderen wat zij later graag wilden worden. Een scala aan beroepen werd met ons gedeeld.

Dat belooft veel goeds voor de toekomst.

Bij het delen van brood en wijn hielpen Koen Bestman en Jan Segers als echte ondersteunende ‘diakenen.’

We zongen mooie liederen, en er was ook een gezongen versie van het ‘Onze Vader’. Na deze viering was er natuurlijk koffie, thee en iets fris.

Foto’s van de dienst zijn zichtbaar als u zich als lid heeft geregistreerd en/of aangemeld.
Wilt u zich aanmelden?


Registreren of Aanmelden

Troost

Op donderdagavond 10 maart kwam een klein groepje kerkgangers naar de Hoflaankerk om te praten over het boek TROOST van Michael Ignatieff.

In de Caleidoscoop van februari kon u daar de inleiding lezen. Ignatieff schreef een reeks van portretten van vele grote mannen en twee vrouwen door de eeuwen heen, die zich staande moesten houden in het leed van hun tijd en van hun leven. Zij hebben ons hun dagboeken, hun woorden, hun kunst en filosofie nagelaten, die ook ons moed kunnen geven in moeilijke tijden. Hij schrijft over de moed en de troost van onder andere Paulus, van Cicero, keizer Marcus Aurelius, Dante, Karl Marx, Abraham Lincoln, Gustav Mahler, Anna Achmatova, Albert Camus en als laatste Cicely Saunders, die het eerste hospice begon. Van al deze mensen geeft Ignatieff een portret, hij beschrijft hun leven en wat zij te verduren kregen.

Het boek van Michael Ignatieff kan ons op het spoor zetten van belangrijke vragen. Wat is troost voor ons? Troost kan allerlei vormen aannemen: een arm om je heen, een kop thee, een belangstellende vraag, de schoonheid van de natuur, de schoonheid van kunst. Wat is troost voor ons in geloof? Hoe zouden wij dat voor onszelf verwoorden? Ignatieff vindt troost in de psalmen als ongelovige. Hoe lezen we als gelovige zijn woorden?

Die avond hebben we ons beperkt tot de troost van Paulus, en van Cicero.

Paulus heeft zijn hele leven gewacht op de wederkomst van de Messias. Maar aan het eind van zijn leven wist Paulus dat de Messias niet tijdens zijn leven zou komen. Hij wist dat hij tot het uiterste van zijn kunnen moest dienen en dat het bewijs van wat hij bereikt had lag in de liefde van hen die hij op het punt stond achter te laten. In hun liefde, echt, intens en blijvend, had hij de enge aanwijzing gekregen die de mens ooit zal krijgen over hoe de liefde van God zou kunnen zijn:

Ons rest geloof, hoop en liefde, deze drie,
maar de grootste daarvan is de liefde.

Marcus Tullius Cicero was een gezaghebbende Romeinse politicus van de laat-Romeinse Republiek. In die tijd gold de regel dat mannen vooral hun controle niet moesten verliezen bij verdriet. Als een man zijn reacties op verlies onder controle kon houden, zou hij troost vinden in het respect en de bewondering van zijn medemannen. Cicero was trots op zijn beheersing van deze stoïsche code en zag zichzelf graag als een vertroostingsfilosoof. Zijn boek Consolatio is verloren gegaan, maar zijn werk Tusculanae disputationes ( gesprekken in Tusculum) is bewaard gebleven en dat vormt een briljante dialoog over het stoïsche credo. Maar toen zijn geliefde dochter onverwacht overleed was het voor hem heel moeilijk om getroost te worden. Niet voor het eerst moesten woorden het afleggen tegen de pijn van het leven en bleken filosofische geschriften over lijden niet in staat om de man die ze had geschreven verlichting te geven!

Maar natuurlijk ging het die avond ook over onze eigen vormen van troost die we zelf ervaren hebben in ons leven.

Op 31 maart is er weer een gesprek over dit boek gepland in de Hoflaankerk om 20.00 uur met gespreksleider Ilse Hogeweg. We lezen hoofdstuk 13 (De roeping – de protestantse ethiek van Max Weber) en hoofdstuk 15 (Leven onder genade- La Peste van Albert Camus). Samen 33 bladzijden voor wie niet het hele boek kan lezen. Kom er bij donderdag 31 maart 20.00 uur in de Hoflaankerk.

Hennie van der Linden

Dienst van bevestiging en ontheffing op 20 februari 2022

Wat was dat lang geleden: bijna de hele kerkenraad bijeen in de consistorie van de Hoflaankerk, voorafgaand aan een feestelijke dienst. Cees Steendam, als tweede ouderling, sprak een mooi dankgebed uit en in de kerkzaal verwelkomde Laurens van der Ziel, als eerste ouderling en voorzitter, ons allen in een dienst met meer mensen dan dat we in lange tijd in de kerk hadden gezien. Ook hij sprak grote dankbaarheid uit. Zoals gebruikelijk bij dit soort diensten waren beide predikanten actief in de dienst. Er werden drie ouderlingen bevestigd d.m.v. handoplegging en het geven van het ja woord. Ook beloofden zij geheimhouding voor de rest van hun leven t.a.v. zaken die hen door gemeenteleden worden toevertrouwd. Hun namen zijn: Christine van Roekel, Bart Reinders en Erik-Jan Teunissen. Er werd afscheid genomen van Marjan de Visser als contactpersoon en van Joke van Heijst als ouderling. Terwijl de bijna voltallige kerkenraad op het liturgisch centrum stond, werden zij met mooie woorden bedankt voor hun grote inzet. Alle vijf kregen ze een mooie bos bloemen. Het was heel fijn dat er weer koffie gedronken kon worden in de kerk.

Jeannette Schravesande